Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want het zal [55]te dien dage geschieden, dat de HEERE zal [56]toesissen de [57]vliegen, die aan het einde der rivieren van Egypte zijn, en de bijen die in het land van Assur zijn. 55. Te weten, in welken Hij besloten heeft u en uwe nakomelingen te straffen. 56. Dat is, Hij zal hen met sissen, schuifelen, of fluiten tot zich doen komen; zie boven hfdst.5 vs.26. 57. Aldus noemt hij de Filistijnen; Idumeen en Moren, die aan de grenzen van Egypte hunne woonplaatsen hadden. Zie de vervulling dezer profetie 2 Kon.19:9, en 2 Kron.28:17. De profeet noemt dat volk vliegen, ten aanzien van hun grote menigte; bijen, zo vanwege het steken met den angel en hun groot getal, als vanwege hunne ervarenheid in den krijg en kunst van een leger in orde te stellen. Vergelijk Deut.1:44; Ps.118:2. 57. de bijen